Wiersma blikt terug: ''Eigenlijk was ik vaak helemaal niet nodig''
Maar liefst 36 jaar was Tjitte Wiersma tussen 1980 en 2016 bij SC Heerenveen betrokken als clubarts. In die functie zat hij bij iedere thuiswedstrijd om in actie te komen als dat nodig was. Echt zware blessures heeft hij in die tijd gelukkig niet meegemaakt.
Vaak ging het om hersenschuddingen, gescheurde wenkbrauwen of flinke enkelblessures. "Eigenlijk was ik niet vaak echt nodig. Soms moest ik helpen bij het verzorgen van een wond. De techniek van lijmen is een uitkomst, maar bij grote wonden moest een speler er gewoon af", vertelt Wiersma (72) in Corner, de krant van SC Heerenveen.
Sommige spelers kende hij vanwege hun blessuregevoeligheid aardig goed, anderen kwam hij amper tegen. Maarten de Jong bijvoorbeeld. "Maarten was fysiek geschikt voor topsport. Hij had nooit wat en volgens mij nu nog niet. Als je van nature atletisch gebouwd bent is dat een enorm voordeel", aldus Wiersma, die bijna bij alle legendarische clubmomenten aanwezig is geweest.
Zo was de clubarts, die in zijn dagelijks leven kinderarts was in het Tjongerschans ziekenhuis, aanwezig bij alle bekerfinales, de Champions League en alle andere Europese trips. Ook zag hij Abe Lenstra ooit in de bestuurskamer eens flink uitvallen tegen de arbitrage en liep hij in Lissabon de in 2014 overleden legende Eusebio tegen het lijf.
"Als ik dan de daags erna vanuit Katlijk naar het ziekenhuis fietste, dacht ik van, wat een mooie dagen hebben we gehad. Heel wat anders dan de couveuseafdeling", besluit Wiersma dankbaar.