'Als Van Hooijdonk een hoge bal kreeg, kneep ik hem in zijn kont''

In het hedendaagse internationale voetbal zie je steeds minder kuitenbijters of slopers; spelers die erop gericht waren om de tegenstander uit het spel te halen. Maarten de Jong was in het verleden van SC Heerenveen zo'n typische speler.

"Dat soort voetballers zie je niet zoveel meer, dat is ook een beetje het manco van het Nederlandse voetbal op internationaal niveau. De slopers en kwajongens zie je bijna niet meer. Nigel de Jong was zo'n beetje de laatste", vertelt De Jong in de Sportcast van Omrop Fryslân. "Het voetbal is in de laatste decennia technisch en tactisch allemaal veel beter geworden."

"Toen kon je het op die manier heel goed oplossen, maar als je zoveel voetballend vermogen hebt, kun je dat nu ontlopen", vervolgt De Jong, die in zijn tijd heel wat trucjes had om zijn tegenstander uit het spel te halen. "Als ik tegen Pierre van Hooijdonk speelde en er kwam een hoge bal, dan kneep ik hem in zijn kont. Dan was hij even de weg kwijt en dan won ik die ballen."

"Je gebruikte heel veel middelen om duels te winnen. Maar dat was accepteren, uitdelen en incasseren. Daar werd niet over gezeurd, zelfs scheidsrechters hadden er lol om. Maar nu er zoveel camera's op staan, wordt je beperkt", aldus De Jong, die naar eigen zeggen in deze tijd niet had kunnen voetballen. "Ik heb ook wel meegemaakt dat je ineens een vinger in je hol had zitten."

"En dan werd gesproken van: Kom uit de kast! Maar niemand kwam uit de kast, maar je hebt wel een vinger in je reet!", lacht De Jong. "Natuurlijk gebeurden er heel veel dingen. Ik weet ook in het oude stadion dat in het nok van het stadion één camera stond. Dat had zijn charmes ook wel weer, toch? Na de tijd stond je een biertje te drinken en had je er lol om."