'Een slechte manager heeft makkelijke ja-knikkers om zich heen''

De beeldvorming die de afgelopen weken is ontstaan rond de aanstelling van Cees Roozemond, is niet iets dat de 59-jarige bestuurder zomaar van zich kan afschudden. Met twee goede bekenden als commissarissen is de vraag hoe onafhankelijk het toezicht op de nieuwe directeur is.

Binnen het Stichtingsbestuur heeft Roozemond in Peter Bazuijnen een goede bekende, terwijl hij commissarissen Willem Jan van Elsacker goed kent van Thialf en Egbert van Hes een vriend is en een mediator tussen de oude Raad van Commissarissen. Volgens presentator Marijn de Vries van het Sport Noord Café staat Roozemond inmiddels niet op een 2-0 achterstand, maar zelfs al op 5-0.

"Ik wil het graag op een 2-0 achterstand houden want dat stonden we ook bij Fortuna en toen wonnen we met 2-4. Dus dat geeft mij altijd wel weer een positieve grondhouding", begint Roozemond met een knipoog, maar vervolgens serieus: "De beeldvorming die je schetst, snap ik en daar wordt ik ook mee geconfronteerd. Hoe het is gegaan is hoe het is gegaan."

"Is het vriendjespolitiek? Absoluut niet. Daar sta ik voor en de mensen die mij kennen weten dat dit absoluut niet het geval is", vervolgt Roozemond, die het niet per se eens is met de suggestie dat hij het hele gebeuren misschien beter anders had kunnen aanpakken. "Ja, maar dan moet ik daar wel invloed op hebben. Daar komen mensen naar voren die worden genoemd en dan wordt mijn mening gevraagd."

"Dan zeg ik: 'Dat lijken mij hele capabele mensen.' Dat is heel wat anders dan wanneer ik mensen naar voren schuif om als een vriendje naar binnen te halen", vervolgt de in Dordrecht geboren bestuurder. "Kijk, mijn netwerk in Friesland is groot. Ik ben nu vijftien jaar aan het besturen en ik ken veel mensen en veel mensen kennen mij. Als mensen genoemd worden, dan heb ik daar een mening over."

"Als mij over deze mensen wordt gevraagd, dan zeg ik: 'Prima bestuurders.' En daar laat ik het dan bij. Als die mensen dan een bepaalde functie krijgen aangeboden binnen de gremia van de club, dan heb je misschien de schijn tegen. Maar ik weet van mezelf en van de mensen om mij heen, dat dat niet iets is dat ik wil dat ze daar zouden komen."

Roozemond geeft als voorbeeld zijn werkrelatie met Willem Jan van Elsacker: "Een prima kerel, maar hij is niet de makkelijkste. Ik had mij vele makkelijkere mannen kunnen voorstellen in de RvC. Een slechte manager heeft hele makkelijke ja-knikkende mensen om zich heen. Misschien heb je de schijn tegen, maar er wordt gesuggereerd dat ik ongelofelijk bevriend ben met Egbert en Willem Jan en dat we samen op vakantie gaan."

"Dat is beeldvorming waar ik niks mee kan. Ik ben één keer bij Egbert thuis geweest, toen ik hem ophaalde om naar een vergadering te gaan. Dat is een zakelijke relatie", besluit Roozemond.