Marianne Velsink: "De vrouwentak van SC Heerenveen is de bakermat"

"Het is tijd om onze heldenverering te herzien," stelt ze in een prikkelende column. Velsink merkt op dat vrouwenvoetbal nog steeds geen vanzelfsprekend onderwerp van gesprek is. "Of je nu op de redactie bent, bij je vrienden of bij je familie, mijn enthousiasme voor het vrouwenvoetbal wordt zelden met hetzelfde enthousiasme beantwoord," schrijft ze. Ze noemt zichzelf geen pionier: "Ik stapte zelf ook nogal laat in, moet ik zeggen. Toen de Leeuwinnen in 2017 Europees kampioen werden in eigen land, stond ik tot mijn eigen verbazing op de bank te juichen."

De doorbraak kwam voor haar pas echt bij het zien van de prestaties van bekende namen als Vivianne Miedema, Sherida Spitse en Lieke Martens. "Vrouwen als Daphne Koster, Leonne Stentler, Sarina Wiegman en veel eerder Lenie van Wensveen ten spijt, had ik de doelpunten van Miedema, Spitse en Martens nodig om eindelijk te zien dat vrouwen wél kunnen voetballen."

De grootste fout, erkent ze, zat in de vergelijking met het mannenvoetbal. "Dat moet je dus niet doen. Vrouwenvoetbal is een sport op zich met een andere cultuur, mentaliteit en spelopvatting dan bij de mannen."

Velsink benadrukt hoe belangrijk de vrouwentak van SC Heerenveen is geweest voor het Nederlandse vrouwenvoetbal: "De vrouwentak van SC Heerenveen is de bakermat van onze Oranjevrouwen. Vivianne Miedema, Sherida Spitse en Fenna Kalma droegen allemaal ooit het shirt met de pompeblêden. Daar ben ik zelfs als Cambuursupporter ongelooflijk trots op. 'De Friezen mogen best wat fierer zijn op hun vrouwenploeg', schreef Voetbal International al in 2020", aldus Velsink.