'Maarten de Jong kreeg niet voor niets de bijnaam kûtebiter''

In de voetballerij ligt de focus vaak op technische spelers of doelpuntenmakers. Robert Pennino vindt dat de rol van 'waterdragers' in het elftal te vaak wordt onderschat.

De advocaat, schrijver en eindredacteur van het historisch voetbalmagazine 'Tardelli' meent dat een 'type Jan Wouters' in elk elftal nodig is. "In het noorden van het land speelde er een soortgelijke speler op het middenveld van Heerenveen", schrijft hij in het Friesch Dagblad. "Maarten de Jong kreeg niet voor niets de bijnaam 'kûtebiter', de 'kuitenbijter'."

"En hoewel hij na zestien jaar voor Heerenveen te hebben gespeeld in de herfst van zijn carrière naar concurrent FC Groningen verkaste, kreeg hij zijn tweede bijnaam 'Mister Heerenveen' als waardering voor zijn nimmer aflatende gebikkel voor de Friese club", vervolgt Pennino. "Zijn rol van waterdrager wordt alleen geëvenaard door het feit dat hij als eerste speler in de historie van Heerenveen een doelpunt maakte in de Eredivisie."

Pennino houdt van zulke spelers. "De JOng mocht dan niet uitblinken in technisch vernuft, maar het is overduidelijk dat geen enkel team kan presteren zonder hun soort spelers. Met elf Maradona's of Messi's word je op papier misschien ieder jaar kampioen, de praktijk wijst uit dat het beschikken over een of meer dienende spelers een elftal veel meer in balans brengt", aldus Pennino.