Hansma: ''Foppe de Haan speelde daar een heel belangrijke rol in''
Het is dit jaar twintig jaar geleden dat SC Heerenveen zich in de Champions League mocht meten met Olympique Lyon, Valencia en Olympiakos Piraeus. Het opvallende is dat in dat team eigenlijk helemaal geen echte topspelers zaten, maar juist het team sterk was.
"We hadden een team vol gewone jongens, dat maakte de prestatie zo speciaal", blikt de toenmalige aanvoerder Johan Hansma terug in Voetbal International. "Onze aanwinsten kwamen van FC Emmen (Mika Nurmela, red.) en FC Den Bosch (Anthony Lurling, red.)... Het was echt geen ploeg om van onder de indruk te raken, als je er van de buitenkant naar keek."
"We konden goed voetballen, maar teamspirit was onze kracht. De vastigheden, het samen iets willen bereiken. Een van de geheimen is dat we na elke training met een grote groep op de club bleven hangen. Dan zaten we te kaarten en intussen discussieerden we over zaken als tactiek. Daardoor zaten er heel veel patronen in. Als het in een wedstrijd lang gelijk stond, raakten we niet in de war."
Trainer Foppe de Haan had op dat proces een grote invloed. "Foppe hamerde enorm op het collectief. We trainden veel op vastigheden en het vinden van oplossingen. Wat doet de rechtsbuiten wanneer de rechtsbuiten dit doet? Wat zijn de patronen in de opbouw? We waren continu bezig met het betrainen van de speelwijze, Foppe speelde daar een heel belangrijke rol in."
Uiteindelijk wist SC Heerenveen in zes Champions League-duels vier punten te verzamelen door winst op Olympiakos (1-0) en een gelijkspel bij de latere finalist Valencia (1-1).
Rond de eeuwwisseling reikten SC Heerenveen en Willem II tot de Champions League. De toenmalige aanvoerders Johan Hansma en Arno Arts blikken terug op het sportieve hoogtepunt van hun carrière. (PRO) https://t.co/OOqxTYpnu3
— Voetbal International (@VI_nl) October 19, 2020