'Als je zo ver uit elkaar speelt, kun je beter terugzakken''

Na de verrassende 3-0 zege op Feyenoord lukte het SC Heerenveen afgelopen zondag niet om hetzelfde trucje te herhalen tegen FC Twente. In Enschede werd het 0-0 maar dat lag volgens Joey van den Berg niet aan de inzet van het aanvalsduo Henk Veerman/Mitchell van Bergen.

"Het viel me op dat de spelers voorin best wel veel energie leverden om de bal te veroveren. Alleen onze achterste lijn was veel te ver weg", vertelt Van den Berg (34) in de Sportcast van Omrop Fryslân. "Elke keer als de verdediging van Heerenveen onder druk kwam te staan, legden ze de bal diep. Dat vond ik in de eerste helft niet goed van Dresevic en Bochniewicz."

"Die spitsen van Twente konden telkens aan de bal komen en kwamen telkens in één-tegen-één-duels terecht. De druk voorop was best goed, we konden echt wel richting de middenlijn spelen. Alleen als je als team zo ver uit elkaar speelt, dan is het eigenlijk voor niets. Dan kun je beter terugzakken", vervolgt Van den Berg, die zijn bevindingen eigenlijk niet kan delen met trainer Johnny Jansen.

"Het is vooral makkelijk om na afloop zulke dingen te constateren, al zie je dat natuurlijk ook tijdens de wedstrijd wel", aldus de oud-middenvelder van SC Heerenveen. "Maar ik zie of spreek Johnny vrij weinig. Dat komt allemaal door die coronamaatregelen. Zij leven in die bubbel en wij kunnen daar eigenlijk niet bij komen."

"Het liefst zou ik ook één keer per week een training op het veld te staan bij het eerste elftal om te zien hoe hun aanpak is", aldus Van den Berg, die momenteel stage loopt bij het Onder 15- en Onder 18-elftal van SC Heerenveen. "Waar mijn ambities op de lange termijn liggen? Ik heb nog zoveel te leren, joh. Dat trainingsvak is zó complex...", glimlacht Van den Berg tot besluit